De gemeente Barneveld wil extra maatregelen om de Nederlandse kalversector – waarvan 25% zich in Barneveld en Ede bevindt – een toekomstperspectief te bieden en te verduurzamen. Zo is er meer samenwerking nodig tussen de sector, kennisinstellingen en overheden én is een meldpunt en kenniscentrum gewenst.
In de Gelderse Vallei en vooral in de gemeenten Barneveld en Ede worden circa 25% van alle kalveren in Nederland gehouden. Bovendien is hier de toeleverende en verwerkende industrie geconcentreerd.
De coronacrisis heeft grote gevolgen voor de kalverhouders. Het geproduceerde kalfsvlees wordt grotendeels geëxporteerd; de export is door de crisis weggevallen. De horeca, zeker in landen als Frankrijk en Italië, is een grote afnemer van Nederlands kalfsvlees. Vanwege de lockdown zijn veruit de meeste restaurants al langere tijd dicht. Het hardst worden kalverhouders getroffen die kalveren houden voor de productie van rosé kalfsvlees. Dit zijn doorgaans vrije ondernemers die geen vast contract hebben met een afnemer. Kalverhouders die kalveren houden voor blank kalfsvlees werken veelal wél op contractbasis en hebben vanwege lopende contracten nog wel inkomsten. Ook voor hen geldt echter dat, naarmate de crisis langer duurt, nieuwe (vaak ongunstiger) contracten moeten worden gesloten. De economische gevolgen zijn daarom groot.
Rapport
De gemeente Barneveld heeft een rapport laten maken over de actuele situatie en verwachte ontwikkelingen in de kalversector en wat daaraan – vanuit de gemeente – zou kunnen worden gedaan.
Het rapport laat onder andere zien
- hoe de kalverhouderij in Nederland is gegroeid en ons land Europees koploper is geworden in deze sector;
- dat kalveren die voor de vleesproductie worden gehouden niet alleen van Nederlandse melkveehouderijen komen, maar voor een groot deel worden geïmporteerd uit omringende landen;
- dat het vlees weer wordt weer geëxporteerd e
- dat Nederlandse boeren de kalverhouderij hebben geprofessionaliseerd, terwijl in andere landen weinig interesse is voor de opfok van stierkalveren.
Het rapport maakt ook duidelijk dat de kalverhouderij op een keerpunt staat:
- de eisen aan dierenwelzijn, gezondheid en milieu worden steeds strenger;
- kalverhouders moeten de komende tijd fors investeren om aan de eisen te blijven voldoen;
- vanwege de coronacrisis is dat geen eenvoudige opgave; verschillende kalverhouders overwegen te stoppen; anderen willen juist doorgaan en innoveren.
Conclusies
Het rapport concludeert dat samenwerking in de hele keten van de kalversector noodzaak is en vraagt van de overheid duidelijkheid over toekomstmogelijkheden voor kalverhouders en flexibiliteit bij het toepassen van innovaties.
Aanbevelingen
Het rapport doet de volgende aanbevelingen:
- Breng alle spelers in de kalversector in Regio Foodvalley (kalversector, kennisinstellingen en overheden) bij elkaar en denk met elkaar na over de toekomst;
- Onderzoek de mogelijkheden om – net zoals dat is gebeurd bij de pluimveesector – een meldpunt- en kenniscentrum te ontwikkelen;
- Trek samen met de provincies Gelderland en Utrecht op om te komen tot een effectieve aanpak van de problemen en het bieden van perspectief aan een duurzame kalverhouderij.