Manifest Gezonde leefomgeving veehouderij Food Valley een feit!

Date

Regio FoodValley zet een unieke samenwerking op om een gezonde leefomgeving in de regio te waarborgen voor mensen en dieren, met behoud van een innovatieve veehouderijsector. Dit staat in het Manifest Gezonde Leefomgeving Veehouderij dat vandaag is gepresenteerd door agrarische belangenorganisaties, kennisinstellingen, de provincie Gelderland en de gemeenten Barneveld, Ede, Renswoude en Scherpenzeel.

Eerder dit jaar werd bekend dat de hoeveelheden fijnstof, geur en ammoniak in een gedeelte van regio FoodValley effecten hebben op een gezonde leefomgeving. Met name in het gebied tussen Barneveld, Ede, Renswoude en Scherpenzeel is sprake van verhoogde concentraties fijnstof, geur en ammoniak. De lokale veehouderij heeft daarin (naast andere oorzaken) een belangrijke bijdrage. De concentraties werken belemmerend voor uitbreidingen (zowel van bedrijven als van bijvoorbeeld woningen). Er zijn echter op dit moment te weinig praktische, haalbare en betaalbare technieken beschikbaar om de uitstoot te verminderen. Dat komt onder andere doordat de huidige wet- en regelgeving innovatieve ontwikkelingen niet meer stimuleert (en betaalt).

Partijen nemen de komende tijd lokaal maatregelen om de invloed van de veehouderijsector op de luchtkwaliteit te verminderen. Daarvoor hebben de partijen de handen ineen geslagen en gezamenlijk de route uitgestippeld. Met deze unieke samenwerking wordt het mogelijk om de gebiedsopgave regionaal op te pakken. Dit is belangrijk voor dit gedeelte van regio FoodValley: “Dat is goed voor inwoners, voor de ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische ondernemers en voor het dierenwelzijn”, aldus de betrokken bestuurders.

Aanpak bij de bron

Het manifest zet in op een stevige, maar rechtvaardige aanpak. Integrale emissiereductie is een belangrijke pijler. Door goede samenwerking en het uitvoeren van pilots willen de partijen dat de keuze wordt vergroot in haalbare en betaalbare emissieverlagende technieken voor zowel nieuwe als bestaande stallen.
Aanpak bij de bron, en daarmee ook verbetering van het stalklimaat hebben de voorkeur. De kennisinstellingen ondersteunen bij verdere ontwikkeling van bestaande technieken en denken mee bij de ontwikkeling van nieuwe technieken. Door de samenwerking wordt ook de stap gemaakt naar daadwerkelijke toepassing in de bedrijfsvoering. Door uitbreiding van de praktisch toepasbare technieken kan er een realistische aanpak komen om de uitstoot van fijnstof, geur en ammoniak te verminderen.
De overeenstemming over het maken van afspraken over een gefaseerde en reële aanpak van een soort ‘APK‘ voor bestaande stallen, laat zien dat alle partijen bereid zijn hun verantwoordelijkheid te nemen in deze gezamenlijke opgave. Het ministerie van I&M liet weten het initiatief te verwelkomen en gaat graag het gesprek aan met de partijen hoe het Rijk het initiatief kan ondersteunen.