In mei 2021 is het Insect Experience Centre van start gegaan, als onderdeel van het Poultry Expertise Centre en Aeres MBO Barneveld. Binnen het Insect Experience Centre (IEC) startte vanaf juli 2023 een nieuw productiesysteem: een lopende bandensysteem. Dit bandensysteem is een mestdroger die geleverd is door VDL Jansen. Het is aangepast voor de kweek van zwarte soldaatvliegen (Black Soldier Flies, oftewel BSF’s). Op de foto’s is het productiesysteem te zien.
Insecten kweken op een lopende band is uniek, aangezien de meeste insecten in bakken gekweekt worden. De kracht van dit nieuwe systeem is de eenvoudige automatisering waardoor minder arbeid nodig is. De productiekosten bij een krattensysteem zijn doorgaans hoog, omdat er kratten, robots en veel arbeid nodig zijn. Avingstan is sinds 2021 aanwezig in het Insect Experience Centre met een broederij voor zwarte Lopende banden als innovatief kweeksysteem voor de zwarte soldaatvlieg soldaatvliegen. Vanaf juni 2023 maken zij gebruik maken van deze voorziening, die als kwekerij van larven van de zwarte soldaatvlieg kan worden beschouwd.
KWEEK IN HET INSECT EXPERIENCE CENTRE
In het Insect Experience Centre worden zwarte soldaatvlieglarven gekweekt in twee stadia: de broederij en de kwekerij. De broederij van de vliegen bevindt zich op de eerste verdieping van het IEC. Hier worden de eitjes gelegd waar na drie à vier dagen kleine larven uit komen. De vliegen verblijven in zogenaamde vliegenkooien waar ze op de juiste temperatuur (dertig graden) en relatieve luchtvochtigheid (zeventig procent) gehouden worden. Op deze manier en met eenspeciale lamp worden de natuurlijke leefomstandigheden van de vlieg nagebootst waardoor ze optimaal kunnen presteren en een goed welzijn hebben. De vliegen leggen vervolgens dagelijks eitjes in een daarvoor bestemde bak. Op de bodem van deze bak zit het substraat waar de larven op gaan groeien. Dit verspreidt een geur waardoor de vliegen aangetrokken worden. Vervolgens leggen ze hun eitjes in een bamboerekje dat boven op het substraat zit. De eitjes worden dagelijks ‘geoogst’ en in bakken gedaan, waarna ze in een paar dagen ontwikkelen tot kleine larven.
Tekst gaat verder onder de foto:
Vervolgens gaan deze kleine larven naar de kwekerij. Hier worden ze samen met het substraat waar ze op groeien het kweeksysteem in. Via een lopende band worden ze naar de bovenste kweekband getransporteerd. Daar worden ze verdeeld met een automatische verdeler. Elke dag wordt er een nieuw deel van de kweekband gevuld met larven. Na ongeveer veertien dagen bereiken de larven het einde van de kweekband, dit is het moment dat ze geoogst worden. Vanaf de kweekband gaan ze via een transportband naar de zeef, waar ze gescheiden worden van de restanten van het product dat ze in die veertien dagen opgegeten hebben, frass genoemd. Na deze scheiding zijn er twee waardevolle producten ontstaan. Frass als bodemverbeteraar en meststof, en larven vol met eiwitten, vetten en andere stoffen die gebruikt kunnen worden voor diervoeding of biobased producten.